Zoals eerder vermeld, werd de LE5 uit de visserij gekocht door de Westdorp uit Amsterdam. Omdat hij vier zoons had, kreeg hij van iemand de suggestie de boot 't Ros Beiaert te noemen naar  de sage van de 4 Heemskinderen. Na een ontmoeting met een zoon van hem, kwam hij een keer bij ons op bezoek in Doesburg met een verslag over de tijd dat ze de boot in bezit hadden en enkele originele rekeningen en foto's.

Hieronder het verslag van de heer Westdorp

Aanbetaling 't Ros Beiaert Lemmer LE5

Door bemiddeling van de tagrijn Wormsbecher in Hoorn kwamen wij in contact met de inspecteur Jonker van de visserij-inspectie. De heer Jonker was net bezig enige vissers uit te saneren, zodoende gaf hij ons het adres van de familie Visser die eigenaar was van de LE 5.

 

In Lemmer aan de Vissersdijk werd de koop besloten.

Wat kochten wij?? Een casco met misschien een goede mast, een goede giek en een rechte gaffel, oude zeilen, die hersteld moesten worden, een verrot roer en zwaarden, een oude Ford motor (type A) met versnellingsbak, dus geen keerkoppeling, een bun die eruit moest, versleten touwwerk, wel een zeer gaaf casco, dat dik onder de olie zat.

Betaling

We hadden geluk dat met de noodreparaties, dat aan de Vissersdijk de mastenmaker van der Neut zat en de zeilmaker de Vries en de timmerman Roosjen. In de 14 dagen tussen de koop en de afname werd de mast geschaafd en bleek een zuiver Riga grenen te zijn. Roosjen maakte een nieuw roer. De Vries herstelde de zeilen en toen konden wij op Amsterdam aan.

Met alle vier de jongens op het schip aangevallen en gereinigd. Vooronder ingetimmerd en zitbanken in de kuip aangebracht.

De zoon van een vriend, die een zeer goed tekenaar was, tekende de kajuit, die in 1957 door de wed. Hs Groot te Edam werd opgebouwd.

Manus Groot vond dat hij voor een jaar genoeg werk had voorbereid om ons aan de gang te houden. In 1958 maakt hij het karwei af door de kuip af te werken.

Rekening Manus Groot Edam

In 1956 moesten ook de zwaarden vervangen worden. In de houthaven kocht ik door bemiddeling van een vriend een plaat Peroba de Campos, een Braziliaanse teak. Deze plaat met het oude beslag per schipper naar Kees Schot in Monnikendam gestuurd en in onze vakantie de zwaarden in Monnikendam opgehaald. Kees Schot had het werk aangenomen voor F 60,- maar het viel door het harde hout tegen. Hij schrok toen ik hem voor het werk F 100,- betaalde.

In 1963 werden de oude zeilen te slecht. Besluit genomen: nieuwe zeilen, de mast klapbaar gemaakt en dus gestaagd. Manus Groot klaarde het ijzerwerk tegen een bedrag van F 629,- Zeilen laten maken in Bunschoten.

Op Terschelling in de vakantie van 1964 blijkt in de kop van de motor een scheur te zitten. Met metaalplamuur gedicht, maar een nieuwe diesel is nodig. Bij Samofa een luchtgekoelde ééncilinder gekocht. In verband met het feit dat ik verkoopleider was bij Kromhout (aandeelhouder van Samofa ) tegen een vriendenprijs van F 2337,73

Betaling Samofa 1963

Door de ligging in Durgerdam hadden wij IJsselmeer voor de deur en de vakanties gingen altijd naar Friesland, Terschelling, Vlieland, Ameland en Schiermonnikoog, behalve in 1969.

Via Friesland, Groningen, Delfzijl, Emden, Leer, Dietzum, Elisabeth Fehnkanaal, Elsfleth, Bederska, Brünsbuttelkoog, Kielerkanaal tegen F 20,- een sleep naar Kiel. Dan doen we Marstal, Svendborg, Nyborg, Korsor aan en per trein naar Kopenhagen. Terug via Kerteminde, Odense, Fredericia, Aabenraa, Assens, Dyvig, Sønderborg, Kiel en de route van de heenreis.

De laatste reis vondplaats op 10/11 oktober 1969 naar Zoutkamp.

Door het feit dat de jongens de deur uit waren en er dus geen vaste bemanning meer aanwezig was, moest het besluit ( met pijn in het hart) vallen om over te gaan tot verkoop. Het was een fijn schip.

Een zoon van de heer Westdorp was op zoek naar 't Ros Beiaert. Hij plaatste een aantal foto's op het internet met de volgende tekst:

Na een Bergemermeerkruiser en een D-klasse, kwam er een grote uitdaging. Jawel een Lemsterschouw, en zo waar een echte visserman. De LE5 was van de heer Visser te Lemmer. Wat ik van mijn vader gehoord heb, was er een sanering op de visvergunningen ingevoerd. Zodoende moest het schip van de heer Visser noodgedwongen verkocht worden. Na een afspraak met hem te hebben gemaakt, werd de koop besloten. Het schip werd verkocht voor F. 2500,00. Eerste aanbetaling was F. 2000,00 en bij overhandiging werden de laatste F. 500,00 betaalt.

Hoe kwam het schip aan zijn naam? Mijn vader wilde de LE5 een naam geven. Een goede vriend van hem was bij hem op bezoek en kwam met het verhaal van de 4 Heemskinderen. Het betrof de legende van ’t Ros Beyaert. ’t Ros Beyaert was een paard die de 4 Heemskinderen droeg. De vriend van mijn vader zei tegen hem: Wat let je om deze naam aan je schip te geven, daar je 4 kinderen heb en nog wel jongens. Zo is de naam ontstaan.

Soms mijmer ik en ga terug in het verleden. Mijn gedachten gaan naar een mooie en fijne periode. De vrijheid op het water. De mooie vergezichten met al die stadjes langs het IJsselmeer. De mooie tochten naar de Waddeneilanden. En nooit te vergeten de tochten door het mooie Friesland en altijd even langs Lemmer, om de heer Visser aan boord te halen om met hem samen een borrel te drinken.